Vins de France

Vroeger werden ze "tafelwijn" genoemd, maar die term wordt sinds de hervorming van de herkomstbenamingen in 2009 niet meer gebruikt. De term "Vin de France" staat voor wijnen zonder geografische oorsprong (zonder IGP), maar die uitsluitend afkomstig zijn uit Frankrijk.
De wijnen onder deze benaming kunnen zowel een druivensoort als een jaartal bevatten mits de wijn effectief geproduceerd werd met vermelde druivensoort en/of oogstjaar.
De benaming "Vin de France" staat voor wijnen die sneller geconsumeerd moeten worden. Dit kunnen uitstekende producten zijn, maar ook wijnen van iets mindere kwaliteit. Het is vooral de manier waarop de wijn gemaakt wordt en het merk die garant staan voor de kwaliteit.

De Franse schuimwijnen en Traditionele methode
De streekwijn wordt zoals een normale droge wijn gevinifieerd. Na vinificatie, wordt de stille wijn bewaard, om zo voldoende voorraad op te bouwen voor de samenstelling van de basiswijn. De basiswijn van een bepaald merk moet ook steeds dezelfde stijl hebben. Uit de bewaarde voorraden van verschillende jaren worden wijnen samengesteld tot basiswijn, waaraan men vervolgens een “liqueur de tirage” toevoegt, een mengsel van vergistbare suikers. Dit geheel wordt in een stevige en goed afgesloten fles ondergebracht. Deze wijn rust gedurende maanden tot jaren en ontwikkelt ondertussen koolzuurgas. De kunst bestaat erin om nadien de resten van de dode gistcellen te verwijderen, die onder druk in de fles gevangen zitten. Men plaatst de flessen op een pupiter met de stop naar beneden en deze worden vervolgens elke dag een beetje geschud en gedraaid zodat de gistcellen geleidelijk naar de hals van de fles glijden. Meestal gebeurt dit machinaal met “Gyropalettes” om sneller en gerichter te kunnen werken. Als alle resten in de hals gezakt zijn, gaat men heel voorzichtig “degorgeren”, m.a.w. men gaat de hals van de fles bevriezen en van zodra de fles geopend wordt, schiet de prop gistcellen naar buiten (zonder daarbij teveel champagne te verliezen). Eenmaal de fles geopend gaat men een "dosage of liqueur d’expedition" toevoegen, dit is een mengsel van wijn en suiker (ieder huis heeft zijn eigen recept) om hem zijn finale smaaktoets te geven. Tenslotte wordt de fles nog van een kurk, een capsule en een etiket voorzien.

Volgens de ontwikkeling van de regio en het behoren tot een beschermde oorsprongsbenaming, kunnen mousserende wijnen die gemaakt zijn volgens de traditionele methode volgende namen krijgen: Champagne, wanneer de druif afkomstig is uit de Champagne, Crémant (de Bourgogne, de Loire, d’Alsace, du Jura, de Bordeaux, de Limoux, de Die en sinds dit jaar, de Savoie), Blanquette de Limoux (zeer oude schuimwijn die voor het eerst in  1531 geproduceerd werd) en de zeer fruitige Clairette de Die.